Happy birthday op de Mortirolo


Proloog      Dit stukje is geschreven in 2013 als verslag van een trip naar Bormio, dat aan de voet ligt van de legendarische Passo dello Stelvio en Passo di Gavia. Ook 'the sexiest climb in the world' ligt er ergens in de buurt.

Verhaal     Het is al een hele prestatie om met de wagen tot in Bormio te geraken. De gnocchi met ricotta en asperges smaken heerlijk na een dagje laveren tussen gele wegmarkeringen van Duitse bouwwerven en het aansnijden van een eindeloze reeks haarspeldbochten. Met cols als de Passo dello Stevio, de Passo di Gavia en vooral de Passo di Mortirolo in het vooruitzicht, heeft de maaltijd voor de niet-klimmer iets weg van het laatste avondmaal. Brood en wijn staan alvast op de tafel. Uitstekende rosso di Valtellina overigens, waarvan we  drinken alsof hij het bloed is dat reeds in een verhoogd ritme door de aderen moet worden gepompt. 


Op 15 augustus is het Ferragosto. Op deze Italiaanse nationale feestdag, oorspronkelijk nochtans een door keizer Augustus ingestelde rustdag, staan de Umbrailpas en de Stelvio op het  fietsmenu. De Umbrailpas volgt vanuit Bormio het traject van de Stelvio door het Nationaal Park Stelvio. Een mooie asfaltweg slingert vanuit het Valtellina via enkele smalle tunnels naar een onbewoonde groene hoogvlakte. De top van de Umbrail ligt aan de Zwitserse douanepost op 2503 meter hoogte. Bert mag er als eerste zijn windstopper aantrekken, gevolgd door Gunther en Tim. Als ook Kurt en Chris de top bereiken, wordt de afdaling ingezet. 34 haarspeldbochten leiden ons langs alpenrozen en roestbruine rotsen door het Val Muranzina. Het landschap is er adembenemend. In Santa Maria Val Müstair ontdoen we ons van de windstoppers, waarna we ons in het wiel van Daniële Schena naar het Val Venosta laten leiden. Of anders gezegd: naar de voet van de Stelvio.

Milaan viel bij het begin van de 19de eeuw onder Oostenrijks bewind. De toenmalige Oostenrijkse vorst, Ferdinand I, vond het van strategisch belang om het Val Venosta rechtstreeks met het Valtellina te verbinden. De aanleg van een per koets te berijden grindweg, de Passo dello Stelvio, werd een feit. De Giro d'Italia, Fausto Coppi en Thomas De Gendt waren Ferdinand I onbekend, maar voor ons zijn zij dan weer de aanleiding om de berg met de 48 haarspeldbochten te beklimmen. De Stelvio is voor de klimmers uit ons team zowat het equivalent van de Sigarenberg voor de sprinters: men wil er als eerste boven zijn. Zelfs in de niet al te steile aanloop langs de Suldenbach maken Bert, Gunther en Tim zich al gauw onzichtbaar voor Chris en Kurt. De klimmers hebben het gezelschap van Stelviogids Daniële en ook van Anja Buysse, de UCI-wereldkampioene bij de masters van 2011. Chris en Kurt voeren vanaf kilometer 8 hun strijd in eenzaamheid. Terwijl zowat alle schakeringen van groen hun netvlies passeren, worden ze bocht na bocht meer en meer geconfronteerd met de afmatting. Waar voor de autorit een tabletje Touristil wat comfort bracht, is het nu geheel onduidelijk welke pil het leed nog kan verzachten. Bert lijkt vooraan naar de overwinning te klimmen, tot hij lek rijdt. Zo bereikt Gunther als eerste de begeerde CIma Coppi. Bij een grote cola wordt daar al vooruit gekeken naar de volgende etappe. Afgemeten aan de stijgingspercentages en de gebruikte verzetten op de Stelvio, lijkt de Mortirolo dan toch eerder een berg voor mountainbikers.

1988. Voor de derde keer in de geschiedenis staat de beklimming van de Passo di Gavia in het roadbook van de Ronde van Italië. Francesco Moser is inmiddels op wielerpensioen en het heeft dus geen zin meer om het parcours af te stemmen op zijn beperktere mogelijkheden als klimmer. Maar ... de beklimming en de afdaling van de Gavia zijn spekglad en overdekt met modder, steenslag en sneeuw. Renners kruipen verkleumd omhoog of zoeken huilend naar een beschut plekje. Na deze memorabele rit zoekt de organisatie een alternatief om de doorsteek van het Valtellina naar het Val Camonica te maken. Tussen 1979 en 1982 werd tussen Mazzo en Monno een baantje geasfalteerd dat Passo del Foppa heet en ook Passo di Mortirolo wordt genoemd. Het voordeel van de Mortirolo is dat de top op slechts 1852 m hoogte ligt. Volgens Lance Armstrong is de Mortirolo de zwaarste berg waar hij ooit op reed. Toen Gianni Bugno het roadbook van de door hem gewonnen Giro van 1990 te zien kreeg, verklaarde hij dat de Mortirolo een berg voor mountainbikers is. 

De avond voor onze rit over de Mortirolo en de Gavia is er een receptie in het hotel naar aanleiding van Ferragosto. Terwijl alle hotelgasten reeds aperitieven en zich laten verwennen met koude en warme hapjes, vertoeven onze wij in de fietsenstalling. Gunther wisselt er zijn voorblad met 36 kroontjes voor eentje met 34. Chris en Kurt steken een tandwiel met meer kroontjes achteraan. Tim haalt nog nipt het einde van de receptie na een bezoek aan de plaatselijke fietsenhandel en de aankoop van een volledige nieuwe tandwielset. De enige die niets verandert aan de keuze van zijn versnellingen, is Bert. Al zal ook hij de Mortirolo met een mountainbike bedwingen. Bert zal met een 34/25 rijden, terwijl tot 1990 de 39/23 als kleinste verzet gold voor een beroepsrenner als Gianni Bugno. 

De weg naar Mazzo loopt bergaf langs de Adda, een riviertje dat verderop uitmondt in het Comomeer. In Grosio rijden we de iets lichtere versie van de Mortirolo voorbij om via Mazzo de steilste kant op te rijden. Van bij de start is het doseren, de ademhaling controleren en zigzaggen op de steile kilometers met en stijgingspercentage van gemiddeld 13%. Het is snel duidelijk dat Gunther voordeel haalt uit een iets lichtere tred. Al gauw verdwijnt hij uit het zicht op deze steile, slingerende bosweg.. De Mortirolo is zeker niet de mooiste col qua uitzicht, maar op een warme dag is het wel een voordeel dat je er onder de bomen rijdt. Gunther en Bert overschrijden finaal gezamenlijk de Cima Pantani. Wanneer Chris puffend bovenkomt, heffen de aanwezige fietsers en motards 'Happy Birthday' aan. Na de afdaling vieren we  zijn verjaardag in het Val Camonica met abrikozentaart en cake. We gaan ervan uit dat de suikers dienen aangevuld te worden voor de beklimming van de Gavia! 

Na de abrikozentaart volgen we de loop van de Oglio, het riviertje van het Val Camonica. De weg helt lichtjes in de richting van Ponte di Legno. Eens deze plaats voorbij, is er geen tijd meer om na te denken. Het gaat dan 17 km lang bergop met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9% en uitschieters tot 12 %. Zwaar, zwaarder, zwaarst. Op 6 km van de top is alle kracht uit Kurts benen. Hij zwalpt nog verder naar de top en tracht daar gedesillusionnerd zijn inschrijvingsbewijs voor de Gran Fondo Vélomédiane Criquiélion door te verkopen. Wanneer Chris even later afgepeigerd en met doffe blik de pashoogte bereikt, ontlokt hij bij berggeitTim de volgende beschouwing: "Het kan zijn dat de Gavia een beetje lastiger was vermits je al een klein inspanningske hebt moeten leveren om de Mortirolo over te rijden." En dan denkt een mens dat hij net een paar van de lastigste cols ter wereld heeft bedwongen...

Op de laatste dag staat de beklimming van de 'sexiest climb in the world' op het programma. De beklimming van de Passo di Bernina is na de slopende combinatie Mortirolo-Gavia uit ons roadbook geschrapt en in plaats daarvan nemen we onder leiding van gids Daniële deel aan de groepsrit van Hotel Funivia naar de Cancano. Vanuit Bormio gaat het richting Livigno. In Premadio slaan we rechtsaf en komen we in een soort sprookjeslandschap waarin we ons een weg banen tussen de pijnbomen. Afwisslend is er een prachtig zicht op de vallei en een zicht op de impressionante rotswand bij de top van de klim. Met een stijgingspercentage van 6 tot 8% is deze helling een verademing na eerder grensverleggend werk. Na een smalle, donkere tunnel verschijnen de Torri di Fraele, twee ruïnes van kasteeltorens. Daniële wacht er de groep op en verkondigt er met trots: "This is the sexiest climb in the world". We rijden nog even verder over een grindweg tot aan het Lago di Cancano, waar Marianne Vos zegevierde in de Ladies Giro. Na deze klim volgt iedereen een individueel programma. Bert en Gunther beklimmen nog Bormio 2000 en Forte di Oga, Tim en Kurt beperken zich tot Bormio 2000, Chris houdt het bij de groepsrit. 's Avonds wordt een orgelpunt geplaatst op een onvergetelijke fietsreis met een extra flesje Valtellina Sfursat in combinatie met lekkere, brokkelige, zachte, witachtige bittokaas. 'The sexiest cheese in the world', naar 't schijnt!

Reacties

  1. Super om nog eens te lezen kurt. Mooie periode met een top team! Die reis was trouwens ook schitterend. Ik herinner me nog dat ik na dagen klimmen 2 kg was bijgekomen van het lekkere eten en drinken 's avonds... gr Tim

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts