De vergeten toprenner


Proloog     Dit stukje werd geschreven in 2009 als voorbeschouwing op onze deelname aan Tilff-Bastogne-Tilff, de toenmalige toerversie van het monument Luik-Bastenaken-Luik. De Belgische winnaars uit de jaren '90 van deze klassieker passeren de revue.
Verhaal     “Ga niet elke dag met die man trainen, Rudy, je gaat jezelf helemaal kapot rijden.” Het zijn woorden die PDM-ploegleider Jan Gisbers richtte tot wijlen Rudy Dhaenens, de wereldkampioen van Utsunomiya. Dhaenens had namelijk de gewoonte om te trainen in het gezelschap van zijn boezemvriend Dirk De Wolf. De Wolf pikte Dhaenens op wanneer die nog aan de ontbijttafel zat - hijzelf had dan al 40 km achter de kiezen - en bracht hem 7 uur later weer thuis. Rudy was dan te moe om zijn auto nog in de garage te zetten, Dirk reed nog vrolijk naar huis.

Dirk De Wolf was een extremist in het verleggen van zijn grenzen. Zo reed hij in een door regenval gekruide etappe in de Ronde van Asturië eens over 3 cols in de aanval met Erik Breukink en Raul Alcala. In Oviedo won hij de sprint van het groepje en vervolgens reed hij nog 60 km door de regen naar het hotel. Moederziel alleen. “Het is wolvenweer,” zei hij dan.

Zo gebeurde het ook op de ochtend van Luik-Bastenaken-Luik 1992. Met ontbloot bovenlijf stond hij op het hotelbalkon. Als Tarzan brulde hij weer: “Het is wolvenweer!” De weersomstandigheden waren inderdaad nogal apocalyptisch die dag. Dat leidde ertoe dat tal van renners al voor de eigenlijke finale verkleumd de bezemwagen opzochten. Maar niet Dirk De Wolf dus. Schijnbaar overmoedig plaatste hij al op de Stockeu een stevige tempoversnelling. Het eerste woord Italiaans dat zijn ploegleider Stanga hem geleerd had, was nochtans 'tranquillo'. De Wolf beschikte echter niet over het talent om een goede vorm zo lang mogelijk voor de concurrentie verborgen te houden. Steven Rooks, de winnaar van 1983, en Claudio Chiappucci, de Italiaanse De Wolf, sloten bij hem aan. Chiapucci moest wegens een verkoudheid al snel afhaken, terwijl de nuchtere Rooks met vertwijfelde blik aan De Wolf vroeg of het wel zinvol was om in zo'n vroeg stadium van de race al aan te vallen voor de zege. “Dit jaar zijn alle klassiekers al gewonnen door aanvallers,” was het antwoord. Met de moed der wanhoop zette ook Rooks de inspanning dan maar verder. Het duo uit de lage landen kreeg nog het gezelschap van Miguel Indurains superknecht Jean-François Bernard en Argentins luitenant Davide Cassani. Die Cassani is overigens de reporter die in 2007 nietsvermoedend, om te illustreren welke noeste opofferingen een tourfavoriet moet ondergaan, vertelde dat hij Michael Rasmussen in de Dolomieten zag trainen in 'wolvenweer'. Achteraf bleek dat Rasmussen volgens zijn whereabouts in Mexico hoorde te vertoeven en moest hij als geletruidrager de Tour verlaten. Dit terzijde.

De Wolf stelde op de Côte de la Redoute en de Côte des Forges tot zijn verbazing vast dat hij het tempo kon bepalen en zag zijn kans op eer en glorie schoon. Bij een tempoversnelling op enkele kilometers van de finish bleek dat niemand nog in staat was Dirk De Wolf te volgen. Van ver voor de finish gooide hij reeds de handen los van het stuur en verscheen er de ene na de andere grimas op zijn rode gelaat. De toeschouwers waren getuige van een delirium van blinde blijdschap. In zijn tiende jaar als beroepsrenner kreeg het werkpaard eindelijk zijn welverdiende haver. Geen mens die er om maalde dat er geen echte strijd tussen de wereldtoppers was geweest in deze Luik-Bastenaken-Luik. Iedereen gunde Dirk De Wolf de zege van harte en de pers was lyrisch.
Zeven jaar later graaide de pers in dezelfde lyriek, toen Frank Vandenbroucke - zoals hij vooraf had aangekondigd - Michele Bartoli uit het wiel reed op La Redoute. Daarna deed hij nog eens fijntjes over met Michael Boogerd op de Côte de Saint-Nicolas. Dirk De Wolf en Frank Vandenbroucke waren dankbare figuren voor de pers. Naast hun prestaties met de benen hadden ze ook een verbale amusementswaarde. De ene als werkpaard met het hart op de tong en een hoog flandriengehalte, de andere door zijn ontegensprekelijk atletisch talent gekruid met flamboyante grootspraak. Zo komt het dat hun overwinning na verloop van tijd beter in het geheugen blijft hangen dan die van andere renners. Wie herinnert zich bijvoorbeeld nog de derde Belgische renner die in de jaren 90, toch nog niet zo lang geleden, Luik-Bastenaken-Luik won? ....  Het is nochtans een renner die ook de Amstel Goldrace en wereldbekerwedstrijden als de Wincanton Classic en de GP van Amerika won, een rit in de Giro en een rit naar Chalet Reynard, halverwege de Mont-Ventoux,  in Parijs-Nice.  Hij werd ook tweede in de Ronde van Lombardije.

Luik-Bastenaken -Luik 1990 dus. Het was geen 'wolvenweer' en de wereldtoppers zochten niet vroegtijdig de douches op. Toch hield hij ze met een autoritaire solo door berg en dal op achterstand. Eric Van Lancker is de naam .Was de tegenstand zwakker dan toen De Wolf won? Wel integendeel. Was zijn solo korter dan die van De Wolf? Helemaal niet. Was het parcours gemakkelijker of wedstrijdgemiddelde lager? Geenszins. Een renner wordt dus niet alleen een kampioen met zijn benen, maar ook door wat hij zegt en wat er over hem wordt verteld en geschreven. Zo komt hij in de volksgunst en in de geschiedenis van zijn sport. Eric Van Lancker won in zijn carrière 4 wereldbekerwedstrijden. Dat zijn er dubbel zoveel als Frank Vandenbroucke en Dirk De Wolf samen...

Reacties

Populaire posts