Don Giovanni wint de primavera


Proloog      Dit stukje kan als inspiratie of voorbeschouwing dienen voor onze deelname aan de Gran Fondo Milaan-San Remo in 2019. Het gaat over de editie van 1990 en haar winnaar, Gianni Bugno.

Verhaal     17 maart 1990. Milaan. Op het plein voor de kathedraal  krijgen alle deelnemers van Milaan-San Remo een zilveren kruisje in de hand en de zegeningen voor een behouden koers. Zo zegent de priester Laurent Fignon, de winnaar van de laatste twee edities, Sean Kelly, de winnaar van 1986, en ook Johan Museeuw. Nergens is de verbondenheid van het wielrennen met het katholieke geloof beter voelbaar dan in Italië. De  lenteklassieker wordt ook steeds gereden op de zaterdag die het dichtst bij 19 maart ligt, de feestdag van Sint-Jozef.

Eens iedereen is gezegend, wordt het startschot gegeven van de wedstrijd. De eerste 150 kilometer voeren door het zacht glooiende Piemonte. Traditioneel krijgen vroege vluchters er vrijgeleide, terwijl de favorieten de hartslag laag houden tot aan de Passo del Turchino. Dat is een beklimming van 14 km naar een hoogte van 532 meter iets voor halfweg.. In deze 81ste editie gaat het er echter enigszins anders aan toe. Het is prima weer, maar een stevige zijwind doet het peloton al na 20 km uiteenvallen in een paar waaiers. Uiteindelijk worden er twee grote groepen gevormd van ongeveer 90 renners. “Ze zijn er niet bij!”, weerklinkt het in de voorste groep in het Italiaans.  De eerste groep is immers sterk bevolkt door laarsbewoners.  Met ‘ze’ worden Sean Kelly en Laurent Fignon bedoeld, beiden torenhoog favoriet.

De vaststelling van de afwezigheid van Kelly en Fignon is voor Moreno Argentin en Gianni Bugno het sein om hun ploegmaats meteen voluit op kop te laten rijden. Aan de voet van de Passo del Turchino heeft de kopgroep al een voorsprong van 3 minuten 15 seconden. Op 140 km van de aankomst loopt deze voorsprong op tot 14 minuten. Fignon en Kelly hebben definitief de trein gemist en kunnen, net als meer dan de helft van het peloton, de douches opzoeken. De mannen van Chateau d’Ax (Bugno) en Argentin (Ariostea) razen ondertussen als een sneltrein richting Bloemenrivièra.

Na de Capo Berta begint de finale. Bugno en de onbekende Canzonieri ontsnappen. Argentin, Fondriest, Gölz en nog een paar anderen proberen aan te sluiten maar slagen daar niet in. Op de Cipressa neemt Bugno definitief afstand van Canzonieri. De televisie-uitzending is dan nog maar net begonnen. Nog nooit passeerden de renners immers zo vroeg op de Cipressa. Aan de voet van de Poggio di San Remo heeft Bugno een halve minuut voorsprong op zijn achtervolgers. Wetende dat Gianni Bugno door evenwichtsstoornissen na een valpartij een twijfelende daler is, stort Rolf Gölz zich als een kamikaze in de afdaling. Hij komt nog tot op 4 seconden van  Bugno, die onder luid gejuich van duizenden uitzinnige tifosi als winnaar de streep overschrijdt.  Zijn gemiddelde snelheid bedraagt 45,8 km per uur, wat Milaan-San Remo 1990 tot de snelste editie ooit maakt. En dat is nog steeds zo.

Over Gianni Bugno     


Milaan-San Remo was de eerste echt grote overwinning voor Gianni Bugno. Zijn fietsstijl met onbeweeglijke romp leverde hem de bijnaam ‘de hagedis’ op. Een andere bijnaam was ‘Don Giovanni’.  Bugno was geenszins een vrouwenversierder  zoals de Don Giovanni uit de opera van Wolfgang Amadeus Mozart. Deze bijnaam kende zijn oorsprong bij Bugno’s evenwichtsstoornissen. Ten einde raad besloten de dokters  een onconventionele therapie toe te passen. Gianni Bugno moest trainen met een walkman op en naar klassieke muziek luisteren. Zijn voorkeur ging daarbij al snel uit naar de muziek van Mozart. Vandaar dat men hem Don Giovanni ging noemen.

In 1990 won Don Giovanni nog de Giro d’Italia, waarbij hij van start tot finish de roze leiderstrui droeg. In 1991 werd hij te Stuttgart wereldkampioen op de weg, een kunstje dat hij het jaar nadien nog eens overdeed in Benidorm. In 1994 won hij de Ronde van Vlaanderen na een millimeterspurt met Johan Museeuw. Passionele monologen moest je van hem na de finish echter niet verwachten. Hij scheen het wielrennen louter als zijn vak te zien. Vele wielerjournalisten en -fans vonden hem dan ook zo saai als het grijze asfalt waarover hij fietste. Men verwachtte van hem dat hij in de Tour de ongenaakbare Miguel Indurain het vuur aan de schenen zou leggen. Maar in plaats van aan te vallen, maakte Bugno de nuchtere analyse dat Indurain sterker was en fietste hij voor de tweede plaats. Hij had ook helemaal niet het aureool van een echte held.

Als Bugno zijn emoties toonde, dan had dat meestal te maken met totaal andere zaken dan het wielrennen. Zo was er zijn afscheid van het wielrennen in de Vuelta van 1998. Na een indrukwekkende solo won hij de 12de rit. Bij de finish stond iedereen klaar om dit glorieuze afscheid groots te vieren. Bugno had echter iets anders in zijn hoofd. Toen een reporter hem een microfoon voor de neus duwde, meldde hij met bedrukte stem, dat hij deze overwinning opdroeg aan de net overleden vader van Miguel Indurain, zijn vroegere grootste concurrent. Medemenselijk, empathisch, sympathiek.

Na zijn carrière volgde Bugno een opleiding tot helikopterpiloot. Hij werd piloot op een reddingshelikopter. Tegenwoordig trotseert hij nog altijd bergketens. Niet meer per fiets, voor zijn eigen eer en bankrekening, maar per helikopter, om de levens van mensen in nood te redden. Bij elk succes dat hij in zijn nieuwe baan boekt, lijken de successen van zijn vorige baantje, zoals die paar wereldtiteltjes, ineens heel erg nietig. Gianni Bugno, de ware held?
 


Bronnen:
ricerca.republica.it
nl.wikipedia.org

www.cyclingwebsite.net

Reacties

Populaire posts