Goktent aan de voet van de Col de la Croix de Fer


Proloog      Dit stukje is geschreven tijdens een fietstrip naar de Franse Alpen naar aanleiding van een hilarisch tafereel dat zich afspeelde in het hotel, waarbij er door een groep wielertoeristen gegokt werd op de uitslag van een wedstrijd die zij onderling zouden betwisten op het parcours van de Gran Fondo Marmotte Alpes.

Verhaal     Na de rit over de Glandon vindt Emmanuel Uforie geen plaats meer om zijn fiets te stallen. Oorzaak: de Grote Molens uit Herentals zijn neergestreken in La Douce Montagne. Ze palmen meteen de volledige hotelaccomodatie in. De 19 robuuste wielertoeristen van het team worden vergezeld door twee vrouwelijke soigneurs, een mannelijke soigneur en een ploegleider. Eveneens man. 


Tijdens het pastabuffet beveelt de ploegleider alle Grote Molens zich in een kring te zetten en hun portefeuille boven te halen. Vervolgens deelt hij gokformulieren uit waarop alle teamleden geacht worden een pronostiek in te vullen. Gokkende kempenaars. Het roept spontaan de associatie op met Zehun Yé, de gokchinees die in een niet zo ver verleden de Kempen verbijsterd achterliet na vervalsing van een paar matchen van Lierse SK. Laten we de ploegleider in het vervolg van dit verhaal dus maar benoemen als 'de Yé'. Het voorwerp van het gokspel blijkt echter geen wedstrijd van  Lierse SK te zijn, maar een door de Grote Molens op de volgende dag onderling te betwisten wielerwedstrijd over het parcours van de Gran Fondo Marmotte Alpes.

Tijdens het avondmaal verschijnen de weersverwachtingen van de plaatselijke météo voor de wedstrijddag. Regen vanaf 14 uur. De uitbater van het hotel, een adviseur met verantwoordelijkheidszin, haast zich naar de met Leffeglazen gevulde tafel van de Yé: ”Ik denk dat het niet zo’n goed idee is om morgen over de Galibier te rijden. Je kan de rit best een dag uitstellen en morgen een rustiger ritje doen in de voormiddag.” Terwijl hij een klaveren vier op de tafel legt, antwoordt de Yé stoïcijns: ”Merrege raan welle de Marmotte.” Er volgt nog een korte discussie met als besluit dat het vertrekuur vervroegd wordt tot 7 uur. Geen bakker in de Isère die dan al open is. De Grote Molens stemmen ermee in de broodresten van de voorbij dagen te eten. 

Bij het vallen van de duisternis, de meeste Grote Molens liggen dan al onder de wol, betreedt de Yé de fietsenstalling. Maurizio ruikt onraad en gaat er achter aan. In de fietsenstalling doet de Yé alsof hij de bandenspanning van de fietsen controleert. Maurizio slaat intussen een praatje met een goedlachse en een nerveuze Grote Molen. Hij antwoordt “ja” en “7 uur 40” op de meest voorspelbare vragen van de nerveuze gesprekspartner: “Hedde gij de Marmotte al is gereë?” en “Wa was eiven tijd?”. Terwijl de jongens bekomen van Maurizio’s antwoord, ziet de Yé zijn kans schoon om met een schroevendraaier de regelvijsjes van een paar achterderailleurs te manipuleren. Hij doet dat bij fietsen van renners die niet in zijn pronostiek staan, maar wel bovenaan bij vele anderen. In het hotel hangt een mythische sfeer . Zowel het dienstpersoneel als de andere hotelgasten, veelal ervaren bergfietsers, beseffen dat er dramatiek in de lucht hangt. Een stel kerels met overgewicht aan de voet van de Col de la Croix de Fer, overmoed, gokken op het resultaat van de eigen wedstrijd, onweer, meer dan 5000 hoogtemeters, … 

’s Anderendaags. Om kwart over 7 geeft de Yé het officiële startschot van de Marmotte voor de Grote Molens. De 19 deelnemers en 3 volgwagens zetten zich in gang. Dat wij die dag ook 3800 hoogtemeters trotseren met o.a. de Col d’Ornon in de gietende regen, is slechts een fait-divers. Wanneer het pastabuffet wordt afgeruimd, om 18 uur, is er nog geen enkele Grote Molen in het hotel aangekomen. Het dienstpersoneel begint zich ongerust te maken. Hotelgasten worden bevraagd: “Is er al nieuws over de mannen uit Herentals?” Wanneer de uitbater op het punt staat de héliservice te bellen, stapt de eerste soigneur uit de volgwagen. Een viertal fietsen, waaronder drie die door de Yé werden 'afgemonteerd', wordt naar de fietsenstalling gebracht. Even later verschijnen vier renners ten tonele. Zij hebben het niet gehaald. In hun natte uitrusting waarvan het ontwerp geïnspireerd is op dat van het Cervéloteam van tourwinnaar Carlos Sastre, druipen ze af. Een lijkstoet van vernedering trekt door de bar van het hotel. Gebogen hoofd, de blik afwendend van de andere hotelgasten, schaamte. Ze werden naar verluidt allen geveld door een aflopende ketting. Even later arriveert ook de Yé. “Respect veu die mannen!” zegt hij tegen de soigneur. Luid genoeg zodat iedereen het kan horen en strategisch genoeg om buiten elke verdenking te blijven.

Vanaf dan arriveren met mondjesmaat ook de Grote Molens die het wel haalden. Als bij wonder bleef het droog op de Galibier en moesten ze slechts l’Alpe d’Huez in de regen beklimmen. De nerveuze  renner die in de fietsenstalling naar Maurizio’s tijd polste deed er 8 uur 36 over. Niet slecht!  Bij het vallen van de duisternis komt de laatste Grote Molen aan. Het is de goedlachse jongen uit de fietsenstalling. Hij had af te rekenen met een dubbele klapband en moest als enige de Galibier op in de regen. Onder luid applaus wordt hij verwelkomd in het hotel. Held voor één dag. De Yé strijkt nog de volle pot op van de pronostiek en om verder geen enkele schijn van verdenking op zich te laten rusten, besluit hij zowat elke zin uit zijn bezopen discours met “respect veu die mannen”. Doch op het eind van de avond moet deze uitspraak het afleggen tegen 'de Galibier' als woordcombinatie die het vaakst over de lippen ging bij de nabespreking van deze heroïsche Marmotte. Ontzag voor die berg! 



Reacties

Populaire posts